Voeding
Kittens groeien in ongeveer een jaar uit tot hun volwassen gewicht. Het skelet en de spieren van een kat moeten zich dus in een relatief korte periode ontwikkelen als dit wordt vergeleken met de mens. De groeiperiode is dus erg belangrijk. De ontwikkeling is bepalend voor de rest van het leven van de kat.
Er zijn een aantal factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van het skelet en de spieren, zoals genetische aanleg en beweging. Maar ook voeding heeft er invloed op. Het is daarom ook van belang dat de voeding voldoet aan de specifieke behoeften van de kat in de groei.
Voor iedere levensfase van de kat is er speciale voeding ontwikkeld.
- Van 0 tot 1 jaar: kittenvoeding
- Van 1 tot 7 à 8 jaar: volwassen voeding
- Vanaf 7 à 8 jaar: seniorvoeding
Wat zijn de eigenschappen van een goede voeding?
- De kat is in het algemeen een zeer kieskeurige eter en gaat voornamelijk op de geur af. Als de geur niet goed zit, zal de kat de voerbak niet leegeten.
- Maar ook de samenstelling van de ingrediënten is van het uiterste belang! Katten hebben behoefte aan hoogwaardige eiwitten en mineralen, die ze in het wild zouden binnenkrijgen door het opeten van prooidieren. De uitgebalanceerde ingrediënten hebben een hoge verteerbaarheid. Dit zorgt voor minder, maar ook vastere ontlasting.
- Een constante samenstelling vermindert de kans op diarree en huidklachten. Goedkopere voeders wisselen nog wel eens van samenstelling zonder dat u daarvan op de hoogte bent.
- Voor een goed kittenvoer geldt natuurlijk dat de voeding voldoende energie moet bevatten om te voldoen aan de hoge energiebehoefte van uw groeiende kitten.
- Kattenvoer bevat de juiste hoeveelheid taurine, een onmisbaar aminozuur voor de kat. Het beschermt o.a. het hart en is onmisbaar voor de vorming van het netvlies. Dit aminozuur kan de kat niet zelf aanmaken, de hond kan dit wel. In hondenvoer is het niet tot nauwelijks aanwezig. Een kat mag daarom niet te veel hondenvoer of ‘kliekjes’ eten, hij/zij krijgt dan niet de dagelijks benodigde hoeveelheid taurine binnen.
Een hoogwaardige voeding heeft een hogere verteerbaarheid en bevat de juiste voedingsstoffen in een goede verhouding. Hierdoor heeft de kat hier maar weinig van nodig. In het algemeen eet een kat de hele dag door kleine beetjes. Dit betekent niet dat een kat altijd de beschikking moet hebben over een onbeperkte hoeveelheid voer. De meeste katten eten namelijk meer dan goed voor hen is.
Overgewicht is een veel voorkomend probleem bij de kat. Om te voorkomen dat uw kat te dik wordt, kunt u de aanbevolen hoeveelheid op de verpakking van de voeding aanhouden. Deze hoeveelheid kunt u verdeeld over de dag aanbieden, bijvoorbeeld in 3 porties.
Binnenkatten bewegen minder dan hun soortgenoten die de hele dag buiten op pad zijn. Daarbij hoeven binnenkatten minder moeite te doen om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, omdat er binnenshuis immers altijd een aangename temperatuur heerst. Hierdoor heeft een binnenkat minder energie nodig dan een buitenkat, en heeft dus eerder de neiging om wat dikker te worden.
Het kan dan nodig zijn om uw binnenkat ‘lightvoeding’ te verstrekken. In deze voeding zit minder energie, maar het bevat wel de juiste ingrediënten in de goede verhouding.
Buitenkatten die vaak ‘uit eten gaan’ bij de buren, kunnen natuurlijk ook last krijgen van overgewicht!